Omgevingswet

23-03-2022

U heeft er misschien al wel van gehoord: De nieuwe Omgevingswet. De invoering van de nieuwe Omgevingswet betekent de grootste wetgevingsoperatie sinds de Tweede Wereldoorlog. De Omgevingswet bundelt straks 26 bestaande wetten op het gebied van bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Met de Omgevingswet zal er nog maar één wet zijn voor de hele leefomgeving.

Wat gaat u daar van merken?

Allereerst zal het ‘oude vertrouwde’ bestemmingsplan verdwijnen. Op grond van de Omgevingswet, moet de gemeente een Omgevingsplan gaan vaststellen. Het bestemmingsplan bevat vooral regels over bouwen en en gebruik van gronden. Deze regels zullen straks ook weer terug komen in het omgevingsplan. Maar het omgevingsplan is niet beperkt tot regels voor ‘een goede ruimtelijke ordening’. Het omgevingsplan kan alle aspecten van de veilige en gezonde fysieke leefomgeving omvatten.  Het is dus een ‘bestemmingsplan plus’. De term ‘goede ruimtelijke ordening’ – die u de afgelopen jaren regelmatig in mijn columns bent tegen gekomen – zal hiermee ook verdwijnen.

Het gaat om kwaliteit

Door het samenbrengen van alle beleid en alle regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving in één plan, ontstaat een totaal afwegingskader. Tegenstrijdige en dubbele regelingen worden op deze manier voorkomen. Procedures kunnen sneller.

Het omgevingsplan biedt hierdoor de mogelijkheid om nieuwe ontwikkelingen te realiseren met eenvoudigere procedures, waarbij het vooral gaat om kwaliteit.

Vertrouwen is het uitgangspunt

De meest fundamentale wijziging in de Omgevingswet vind ik nog altijd, dat de verantwoordelijkheid voor de inrichting van de omgeving gelegd wordt bij de samenleving. Hierbij is vertrouwen het centrale begrip. Iedereen wordt geacht bij ruimtelijke initiatieven de zorg voor de leefomgeving in acht te nemen. Als die leefomgeving in gevaar komt, dan moeten er maatregelen worden genomen om dit te voorkomen. Dat betekent dat het uitgangspunt niet meer is dat iets in principe niet mag, maar dat iets in principe wel mag, als de leefomgeving daarmee maar niet in gevaar komt. Dus van ‘nee, tenzij’ naar ‘ja, mits. Een positieve grondhouding.

De Omgevingswet biedt hiermee meer beleidsvrijheid en bestuurlijke afwegingsruimte. Maar uiteraard zijn er grenzen. Grenzen door – hoe dan ook ook anders – wetten en regels. Maar ook grenzen die gesteld worden door de rechter; een gemeente zal immers altijd in redelijkheid en na zorgvuldige afweging tot een besluit moeten komen.

Wanneer?

Invoering van de wet was aanvankelijk voor 2018 voorzien. Door de Coronacrisis was de invoering uitgesteld tot 1 januari 2022. Daarna was de datum van invoering gesteld op 1 juli 2022. Nu heeft de Minister besloten dat de invoering van de Omgevingswet vooralsnog op 1 januari 2023 zal zijn. In oktober van dit jaar wordt hierover een definitief besluit genomen. Ik houd u hiervan op de hoogte.

Laat u goed adviseren!