Naar een nieuwe vorm van ruimtelijke ordening: De Omgevingswet

27-01-2020

Via mijn column heb ik u al eerder geïnformeerd over de komst van de nieuwe Omgevingswet; de grootste wetgevingsoperatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Zoals u inmiddels weet bundelt de Omgevingswet straks 26 bestaande wetten op het gebied van bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. Met de Omgevingswet zal er nog maar één wet zijn voor de hele leefomgeving. In 2021 zal de Omgevingswet van kracht worden.

Wat gaat u daar van merken?

Allereerst zal het ‘oude vertrouwde’ bestemmingsplan verdwijnen. Op grond van de Omgevingswet, moet de gemeente een Omgevingsplan gaan vaststellen. Het bestemmingsplan bevat vooral regels over bouwen en en gebruik van gronden. Deze regels zullen straks ook weer terug komen in het omgevingsplan. Maar het omgevingsplan is niet beperkt tot regels voor ‘een goede ruimtelijke ordening’. Het omgevingsplan kan alle aspecten van de veilige en gezonde fysieke leefomgeving omvatten.  Het is dus een ‘bestemmingsplan plus’.

De nieuwe Omgevingswet richt zich dus op het instandhouden van een ‘veilige en gezonde fysieke leefomgeving’.  De term ‘goede ruimtelijke ordening’ – die u de afgelopen jaren regelmatig in mijn columns bent tegen gekomen – zal dus verdwijnen.

===========================================================================

KWALITEIT VAN DE FYSIEKE LEEFOMGEVING WORDT EEN BELANGRIJK UITGANGSPUNT

===========================================================================

Met het verdwijnen van  de term ‘goede ruimtelijke ordening’ en de introductie van ‘veilige en gezonde fysieke leefomgeving’ heeft de Omgevingswet een bredere reikwijdte ten opzichte van de huidige Wet ruimtelijke ordening. Hiermee ontstaan dus meer mogelijkheden om milieuaspecten, zoals geur, fijnstof, veiligheid en gezondheid plek te geven in het omgevingsplan.

Het gaat om kwaliteit

Door het samenbrengen van alle beleid en alle regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving in één plan, ontstaat een totaal afwegingskader. Tegenstrijdige en dubbele regelingen worden op deze manier voorkomen. Procedures kunnen sneller.

Het omgevingsplan biedt hierdoor de mogelijkheid om nieuwe ontwikkelingen te realiseren met eenvoudigere procedures, waarbij het vooral gaat om kwaliteit.

Nieuwe ruimtelijke initiatieven zullen dus meer op grond van kwalitatieve normen beoordeeld (kunnen) gaan worden. Niet meer alleen of iets ‘onder’ of ‘boven’ de norm valt.

Binnen de kaders zal een algehele belangenafweging gemaakt worden, waarbij de kwaliteit van de leefomgeving in z’n totaliteit een belangrijk criterium zal zijn.

Dit betekent een wat andere manier van werken. Meer overleg en afstemming met belanghebbenden (aanvrager en omgeving) en met de inhoudelijke specialisten. Wellicht ook meer kansen!